Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zeker, ik kon wel een grote menigte [63]geweldiglijk onderdrukt hebben; maar de [64]verachtste der huisgezinnen [65]zou mij afgeschrikt hebben; [66]zodat ik gewezen zou hebben, en ter deure niet uitgegaan zijn. 63. Te weten, door mijn macht en autoriteit, dat zij mijn gebreken niet zouden hebben durven openbaren: zulks dat ik niet behoefde te vrezen voor de blaam, die zij mij hadden mogen nageven. 64. Hebreeuws, de verachting; dat is, die allerminst in enige huisgezinnen gezien en geacht waren. 65. Te weten, zo ik mij vergrepen hebbende, daarvan ware vermaand geweest. 66. Te weten, door zedigheid, schaamte en vrees. Anders, doch ik heb mij stil gehouden en ben ter deure niet uitgegaan.